GITAAR

Sinds de zomervakantie ben ik aan het oefenen om gitaar te leren spelen. Ik had nooit gedacht dat ik dat zou gaan doen.

In mijn tienertijd zong ik in een bandje. We waren met vier meiden. 'Kort geding'. We maakten onze eigen liedjes. Als ik een liedje maakte, verzon ik thuis de tekst en de melodie, nam die mee naar het meisje dat toetsen deed en zij zette de akkoorden eronder. De gitariste en de drumster speelden mee. Ik vond het zo heerlijk om op het podium te zijn, te zingen, samen muziek te maken en verbinding te voelen met de mensen in het publiek.

 

Toen ik jonge kinderen had maakte ik een liedjesprogramma over moederzijn, samen met Sanne Cool. 'Moederkoekje van eigen deeg'. Als ik een liedje maakte, ging het op dezelfde manier. Ik kwam met tekst op een melodie, Sanne zocht de akkoorden erbij op haar gitaar. En zingen maar.

 

Nu is het zo dat ik al sinds tien jaar of nog langer een sterk verlangen heb om weer te zingen. Om liedjes te maken en die te laten horen. Om te zingen, muziek te maken. Liedjes vanuit mijn hart, mijn gevoel.

Ik keek rond in de wereld op zoek naar de man/vrouw die dat met mij zou kunnen en willen doen. Een pianist of een gitarist. Zo nu en dan vroeg ik het aan iemand van wie ik wist dat 'ie muzikant was. Of ik vroeg het niet omdat ik voelde dat het 'm niet zou worden.

Ik vond dat het lang duurde voordat ik hem of haar vond, maar toch bleef ik rondkijken.

 

Vorig jaar, tijdens het Open Up Festival, sprak ik met mijzelf af dat ik het jaar daarna op het podium zou staan met een liedje.
Deze zomer was ik weer op het festival. Zonder liedje.
Dat was de druppel. Blijkbaar was hier iets anders de bedoeling. Moest ik niet langer gaan wachten op iemand anders. Ik zou zelf mijn muzikant gaan worden.

Toen ik thuis kwam pakte ik de gitaar die van mijn vader is geweest. Hij stond nota bene al in mijn eigen huis. Het voelde bijzonder om op zijn gitaar te gaan spelen.

Ik was bang voor zere vingers en vroeg me af of mijn vingers wel lang genoeg zijn, maar ik wist zeker dat ik het zou gaan doen.

Ik ging op zoek naar akkoorden en begon te oefenen.

 

Het was inderdaad heel pijnlijk voor mijn vingers. De topjes raakten verdoofd. En barre-akkoorden lukken me nu nog niet.

Maar er is zo'n sterke drang in mij om te spelen, om te oefenen. Ik zit vaak uren per dag met de gitaar.

Er zit nu al een flink laagje eelt op de vingers van mijn linkerhand en de nagels hou ik kort.
Als ik ergens een paar dagen naar toe ga, gaat de gitaar mee.

Het is een sterk gevoel in de buurt van mijn hart. Zo duidelijk voelbaar. Het maakte me blij, het voelt als passie, het voelt als vuur. Het wil bewegen, het wil naar buiten, het wil gehoord worden.

Ik oefen met bestaande liedjes die ik mooi vind. De kik toen het voor het eerst lukte om te spelen EN te zingen. En om met mijn handen iets anders te doen dan met mijn stem. En dat mijn handen dan toch door gaan.

 

Ik ben zo benieuwd naar hoe dit verder gaat. Wat voor liedjes er uit gaan komen.

Ik verheug me hier enorm op en ondertussen vind ik het supereng. Allerlei onzekere stemmetjes schreeuwen om het hardst. Dat mijn stem niet mooi genoeg is. Dat mijn liedjes te simpel zullen zijn. Dat het saai is wat ik doe. Dat mijn stem niet vast genoeg is. Dat het nog heel lang duurt voordat ik goed genoeg gitaar speel.

 

Maar ik laat me niet stoppen door de stemmetjes. Ik ga door met de gitaar en met het zingen. Zoals gezegd, uren per dag. Ga 's avonds vaak net wat te laat naar bed omdat het niet lukt om te stoppen.
Gisteren heb ik een eerste liedje gemaakt.

Superfijn.

En superspannend.

En retekwetsbaar.